De liefde voor het platteland zat er al vroeg in bij Joks Janssen. “Net als mijn opa wilde ik koeienboer worden. Het eerste boek dat ik van mijn eigen geld kocht was ‘De boer, de koe en de zuivelindustrie”, vertelt Joks lachend, die, naar eigen zeggen, nog steeds mateloos gefascineerd is door de melkveehouderij. En ook al is Joks zelf geen boer geworden, hij houdt zich wel dagelijks bezig met de toekomst van het platteland. Als senior adviseur-onderzoeker duurzame gebiedsontwikkeling bij Het PON & Telos is de planoloog actief in grote maatschappelijke vraagstukken. Voor het onderzoeksbureau zelf, maar ook voor de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur. Daarnaast is Janssen Professor of Practice binnen de Universiteit Tilburg, waar hij actief is voor de academische werkplaats (Be)sturen op brede welvaart. Een hele rij aan functies, met één missie: beleid, wetenschap én de praktijk samenbrengen.
Wetenschap in dienst van de samenleving
‘In veel vraagstukken kan wetenschap beleid helpen en andersom. Daarom ben ik ook zo blij met de academische werkplaats. Die is opgezet als een ‘doorwaardbare plaats’ waar wetenschap, beleidsmakers, maar ook juristen, praktijkpartners en plattelandsbewoners samenkomen om met elkaar na te denken over bijvoorbeeld de verduurzaming van het energiesysteem’, vertelt Joks bevlogen. Door te werken met concrete casussen toetsen de verschillende disciplines beleid, onderbouwd met wetenschappelijke studies. ‘Dat is wetenschap in dienst van de samenleving. En je ziet dat studenten heel gemotiveerd zijn om een positieve bijdrage te leveren aan de maatschappij.’
Brede welvaart gaat verder dan economie
Brede welvaart. Dat is een term die veel klinkt als de bevlogen Janssen aan het woord is. ‘Brede welvaart gaat verder dan economische productiviteit. Ook zaken als gezondheid, kwaliteit van leven en omgevingskwaliteit spelen hierin een rol’, legt Joks uit. Samen met zijn collega’s probeert Joks dit begrip concreet te maken voor beleid, bijvoorbeeld door de impact van een gebiedsplan te meten en zo aan te tonen wat de maatschappelijke meerwaarde is.